Voor de werkwijze van de interim manager gelden de volgende uitgangspunten:
Deskundigheid
De interim manager dient, binnen de kring van beoordelingsbevoegden, aantoonbaar te beschikken over de voor het professioneel uitoefenen van het beroep noodzakelijk geachte kennis en vaardigheden.
De interim manager dient uit te kunnen leggen waarom hij voor een bepaalde aanpak kiest. Hij dient tevens over de kennis en vaardigheden te beschikken om zijn aanpak te implementeren.
Onafhankelijkheid
De interim manager is loyaal jegens de organisatie van de opdrachtgever, waarbinnen hij werkt met volledig behoud van zijn professionele onafhankelijkheid. Door op afstand nabij te zijn, waarborgt hij een optimaal gebruik van zijn professionele deskundigheid.
Integriteit
Het begrip 'integriteit' in relatie tot de interim manager omvat drie hoofdelementen.
Betamelijkheid
Hij handelt op een wijze, die het vertrouwen zowel binnen de beroepsgroep, als binnen de klantenkring, afdwingt. Hij houdt zich aan de wet en aan hetgeen maatschappelijk als correct wordt beschouwd.
Zorgvuldigheid
Zorgvuldigheid heeft in deze context te maken met de correcte wijze van omgaan met de belanghebbenden in het kader van de opdracht. De interim manager draagt derhalve zorg voor een heldere communicatie met alle betrokkenen, daarbij het belang van de organisatie voortdurend voorop stellend. Hij gaat zorgvuldig en discreet om met alle informatie met betrekking tot de organisatie.
Correct handelen
De interim manager gaat zorgvuldig en integer om met alle beheersaspecten. Hij waakt voor belangenverstrengeling en behartigt derhalve nooit tegenstrijdige belangen.